Breng mij naar het informatiepaneel!


Rond 09:00 uur ‘s morgens, op 10 februari 1944, stegen 169 B-17 Flying Fortress bommenwerpers op van Engelse vliegvelden en formeerden zich boven de Noordzee. De formatie volgde een route over het zuiden van het IJsselmeer, om vervolgens via Zwolle en Almelo ter hoogte van Lingen, Duitsland binnen te vliegen. Rond het middaguur werd Braunschweig gebombardeerd, waarna de hele luchtvloot weer via Nederland westwaarts naar Engeland vloog. Tijdens de gehele vlucht werden zij geëscorteerd door twee Fighter Groups P-38 Lightnings, één Fighter Group P-51 Mustangs en acht Fighter Groups P-47 Thunderbolts. In totaal vlogen zij 466 missies die dag. Van de bommenwerpers werd 21% afgeschreven, een verlies van dertig bommenwerpers. Van de 292 Luftwaffe toestellen die ingezet waren, keerden vijftig niet terug (17%).

Om 12:16 uur stegen de 25 Fw 190 jagers van het 3. Staffel, Jagdgeschwader 11 op van vliegveld Rheine. Zij waren ‘s ochtends onderweg naar het gebied om de bommenwerpers te onderscheppen, maar ze waren te laat. Ze besloten te landen op vliegveld Rheine en werden daar opnieuw afgetankt. Vervolgens namen deze toestellen de terugkerende bommenwerpers van de 388th Bomb Group onder vuur. Dit gebeurde rond 12:45 uur in het gebied boven Meppen en Lingen.

Duitse Fw 190 jagers die verschillende Amerikaanse B-17 Flying Fortresses onder vuur nemen

Bron: YouTube

Boven het Nederlandse grensgebied werd de Amerikaanse jager-escorte van de bommenwerpers afgelost door een nieuwe groep jagers. Hierdoor waren de Duitse jagers op dat moment sterk in de minderheid. Op 10 februari 1944 stortten er meerder toestellen neer in Zuidoost-Drenthe en de grenstreek. Na een Duitse jager net over de grens neer te zien storten, zagen bewoners specifiek dit toestel met hoge snelheid al brandend neerstorten in het veen. Het toestel sloeg een diepe krater die zich binnen enkele minuten vulde met water. De identiteit van de piloot was onbekend. Men zag geen parachute en het wrak was onbereikbaar.

Het eerdere toestel wat bewoners neer zagen storten betrof hoogstwaarschijnlijk Bf 109G-6/U4 Wnr. 20745, gevlogen door Unteroffizier Rudolf ‘Rudi’ Lennhoff. Ook dit toestel behoorde tot Jagdgeschwader 11. Naast Fw 190A-7 Wnr. 430165 stortten er op 10 februari 1944 nog veel meer toestellen in het grensgebied neer. Bij drie andere toestellen hiervan heeft Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe een Lost Wings informatiepaneel geplaats. Zie het kaartje voor de andere crashes:

Klik hier voor meer informatie!

Klik hier voor meer informatie!

Klik hier voor meer informatie!

Klik hier voor meer informatie!

In de jaren 60 probeerden lokale ijzerhandelaren tevergeefs het wrak te bergen. Ze vonden echter een tas met papieren, foto’s en een toilettasje. De persoonlijke eigendommen zijn naar het Rode Kruis gestuurd, maar zijn daar verloren geraakt. Namen werden niet genoteerd en het spoor naar de identiteit van de piloot liep hier dood.

Artikel uit de Emmer Courant over de gevonden resten

Veldonderzoek van Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe in 2015, in samenwerking met Staatsbosbeheer, leverde enkel indirecte bewijzen op. Munitieresten, kleine wrakstukken en gevonden delen met verfresten, bevestigden wel dat het om de crash van een Fw 190 ging. Uit Duitse archieven bleek dat het lichaam van de piloot, net over de grens in Duitsland moet zijn geborgen. Van de betrokken Jagdgeschwader (JG 11) crashten twee toestellen in deze omgeving. De Duitse piloot sprong boven het Ruhlerveld uit het toestel en overleefde de sprong niet. Het toestel vloog onbemand bij Weiteveen tegen de grond.

De laatste twijfel over wie de piloot van dit toestel was, werd weggenomen bij een bezoek van Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe aan de Duitse Vermisstensuchgruppe Ikarus te Bramsche. Daar werd na het bewerken van de foto uit 1951 en het vergelijken met andere foto’s duidelijk zichtbaar dat het hier Feldwebel Alfred Gaedicke betrof.

Voor meer informatie over Alfred Gaedicke, klik op onderstaande uitvouwbare balk.

Alfred ‘Allan’ Gaedicke werd geboren op 3 juli 1920 in Berlin-Neukölln, Berlijn. 

Toen Allan in dienst kwam bij de Luftwaffe werd hij toebedeeld aan het Flieger-Ausbildungs-Regiment 21 (Piloten Opleidings Regiment 21), te Magdenburg. Hier werd Allan opgeleid tot piloot. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer 'B65 159C / 13'.

Vervolgens werd Allan, in begin 1942, toebedeeld aan 9. Staffel, Jagdgeschwader 1. Hier vloog Allan als piloot van een Bf 109E jager. Met zijn eenheid werd Allan verplaatst naar vliegbasis Lister (nu Lista) in Noorwegen. Zij zouden vervolgens de Duitse zware kruiser 'Prinz Eugen' escorteren van Noorwegen terug naar Duitsland.

Allan in zijn Bf 109E op vliegbasis Lister, mei 1942

Na deze taak voltooid te hebben werd Allan met zijn eenheid gestationeerd op vliegbasis Husum. Vanaf hier vloog Allan meerdere missies.

Tijdens een missie op 27 november 1942 kreeg het toestel van Allan, Fw 190A-4 Wnr. 5586 'Gelbe 2', een motorstoring tijdens de vlucht. Hierdoor moest Allan een noodlanding maken op vliegbasis Husum. Allan kwam er met de schrik vanaf, maar zijn toestel was voor 80% verwoest.

Het toestel van Allan, Fw 190A-4 Wnr. 5586 'Gelbe 2', na de noodlanding

In 1942 en 1943, doordat er alleen 's nachts gebombardeerd werd door de RAF, was er relatief weinig te doen voor jachtvliegers zoals Allan. Het was daarom veel hard trainen en hard ontspannen.

Vliegers van 9. Staffel, Jagdgeschwader 1 spelen een kaartspel op vliegbasis Husum, voorjaar 1943. Allan zit linksachter een boek te lezen

Op 1 april 1943 werd 9. Staffel, Jagdgeschwader omgevormd tot 3. Staffel, Jagdgeschwader 11. De eenheid ging volledig vliegen met Fw 190A's.

Ondanks de toenemende actie en risico is er nog steeds ruimte voor plezier: Allan lacht terwijl een rookgranaat zich ontsteekt onder de stoel van zijn (onbekende) kameraad, augustus 1943, Husum

Op 29 november 1943, toen Bremen werd aangevallen door de Amerikaanse luchtmacht, schreef Allan het volgende: "Op 29 november 1943 zeer slechte weersomstandigheden. Vijandelijk contact in de buurt van Oldenburg. Ik moest deze missie afbreken. Ik wachtte toen in Husum op de terugkeer, alles kwam behalve La Jana. We probeerden alles, hij was nergens te vinden, je kunt het niet begrijpen, net als Pancraz en Clausen. Ja, vriend, je moet je ogen in de rug hebben!"

Allan doelt hiermee op het verlies van Unteroffizier Helmut Jäger, bekend binnen de eenheid als La Jana. Ook de verliezen van Oberleutnant Hans 'Pancraz' Pancritius (KIA 7 juli 1943) en Major Erwin Clausen (KIA 4 oktober 1943) troffen het moraal zwaar.

Allan behaalde in totaal zes overwinningen;

  • 25 juni 1943 (08:45 uur): B-17
  • 25 juli 1943 (17:35 uur): B-17
  • 28 juli 1943 (09:28 uur): B-17
  • 17 augustus 1943 (16:00 uur): B-17
  • 13 november 1943 (? uur): B-24
  • 26 november 1943 (? uur): B-17 HSS

Op 10 februari 1944 werd Allan neergeschoten. Hij wist zijn toestel nog te verlaten, maar overleefde zijn sprong door onbekende redenen niet. Het verlies van Allan kwam als een harde klap bij Jagdgeschwader 11. Hij was een van de 'oude rotten' binnen de eenheid met veel ervaring. 

Laten we de herinnering levendig houden aan wat Feldwebel Alfred ‘Allan’ Gaedicke gedaan heeft voor zijn vaderland.

Alfred Gaedicke

Piloot

KIA

De piloot van Fw 190A-7 Wnr. 430165, Feldwebel Alfred Gaedicke, ligt begraven te Oranienburg, Berlijn.

Rust in vrede.

Het graf van Alfred Gaedicke

Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.