Breng mij naar het informatiepaneel!


Een doorgewinterde vliegtuigbemanning nam plaats in Hampden AE151 ZN-F van RAF 106 Squadron voor een volgend bombardement, gepland voor lunchtijd op 21 december 1941. De bemanning bestond uit piloot Reginald Stanley Hartgroves, waarnemer Anthony Carter, radiotelegrafist en staartschutter Ronald Yearsley en staartschutter Douglas Martin.

Voor meer informatie over de bemanning van Hampden AE151 ZN-F, klik op onderstaande uitvouwbare balk.

Reginald Stanley 'Reg' Hartgroves werd geboren op 27 januari 1919 in West Ham, Essex als zoon van Frederick George Hartgroves en Annie Louisa Cotter. 

Na zijn opleiding afgerond te hebben ging Reg werken als een technische tekenaar bij de Patents Office. Hier werkte hij tot 1939, waarna Reg zich in maart 1940 aanmeldde voor bij de Royal Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot piloot.

Reg op zijn motorfiets

Reg begon zijn opleiding bij Refresher Flying Training School, in Derby, op 26 augustus 1940. Hier werd Reg opgeleid om te vliegen op een Miles Magister trainervliegtuig tot 27 september 1940. Vervolgens werd Reg op 1 december 1940 overgeplaatst naar No.6 Beam Approach Training (BAT) Flight, waar hij vloog op de tweemotorige Airspeed Oxford. Hier volgde hij een training van een week, waarna hij begon bij No.14 Operational Training Unit (OTU). Hier werd gevlogen op de tweemotorige Avro Anson trainer en uiteindelijk de Handley Page Hampden. Bij No.14 OTU vloog Reg van 9 april 1941 tot 27 juni 1941.

Uiteindelijk kreeg Reg identificatienummer '917378'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Reg toebedeeld aan RAF 106 Squadron, hier vloog hij in totaal dertig missies. De eerste 23 als navigator/bommenrichter en de laatste zeven als piloot. Na het afronden van zijn dertigste vlucht zou Reg weggeplaatst worden van een operationele eenheid voor zijn welverdiende rust. Echter keerde Reg niet terug van zijn laatste missie.

Door slechte kwaliteit van de Operational Record Books zijn de missies die Reg gevlogen heeft slecht te achterhalen. Hieronder de missies die wel te traceren waren:

  • 10 op 11 oktober 1941; Essen (Krupps Werke), in Hampden AD647 (tijdens deze missie vloog Reg vermoedelijk mee als waarnemer)
  • 16 november 1941; Emden, in Hampden P3131
  • 26 november 1941; Emden, in Hampden P3131
  • 21 december 1941; Bremervörde, in Hampden AE151 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)

Na een geslaagde noodlanding gemaakt te hebben tijdens zijn laatste missie werd Reg al snel gevangen genomen. Op 22 december arriveerde Reg in Dulag Luft, waar hij werd ondervraagd. Hier verbleef hij tot 28 januari 1942, waarna hij verplaatst werd naar Stalag VIIa Moosburg. Hier verbleef Reg van 1 februari 1942 tot 15 september 1942, waarna hij overgeplaatst werd naar Stalaf 385 te Hohenfels, waar hij tot 27 juli 1944 verbleef. Vervolgens werd Reg overgeplaatst naar Stalag Luft 7, in Bankau. Hier verbleef hij van 31 juli 1944 tot 19 januari 1945. 

Een groepsfoto in één van de kampen die gebruikt werd als postkaart, met links zittend Reg

Door het naderende Russische leger werd het kamp ontruimd. Te voet begaven de gevangenen zich richting het westen. Reg's reis eindigde bij Stalag IIIa in Luckenwalde. Hier kwam hij op 8 februari 1945 aan, en werd hij op 20 mei 1945 bevrijdt door het Amerikaanse leger.

Reg (gemarkeerd met de rode stip) als bevrijdde krijgsgevangene op een Amerikaans konvooi, mei 1945

Reg werd al snel teruggevlogen naar Engeland, waar hij op 27 mei 1945 een telegram naar zijn ouders stuurde waarin hij liet weten weer op Engelse bodem te zijn. 

In juli 1951 trouwde Reg met Elsie B. Mannering. Samen kregen zij twee kinderen. 

In 1986 bracht Reg een bezoek aan Schoonebeek. Hij ontmoete de Schoonebekers die de crash hadden gezien, en bracht een bezoek aan het graf van Anthony Carter.

Reg (derde van rechts) bij het graf van Anthony Carter, mei 1986 

Reg kwam op 24 augustus 1998 te overlijden.

Anthony 'Tony' Carter werd op 5 februari 1920 geboren Luton, Engeland als zoon van Mr A.H. en Mrs Edith E. Carter. Op een gegeven moment verhuisde het gezin naar Duffryn, Winchcombe. Tony's vader werkte hoogstwaarschijnlijk als advocaat.

Op een gegeven moment meldde Tony zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier werd hij toegelaten en begon hij aan zijn opleiding tot navigator en bommenrichter. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer 68170. Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Tony toebedeeld aan 106 Squadron. Hier vloog Tony in totaal drie missies, echter door slechte kwaliteit van de Operational Record Books zijn deze missies slecht te achterhalen:

  • 21 december 1941; Bremervörde, in Hampden AE151 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)

Tony raakte zwaargewond aan zijn hoofd door een Flaktreffer. Hij sneuvelde al voor de bemanning de noodlanding maakte bij Schoonebeek. Tony werd op 24 december 1941 begraven op de Algemene Begraafplaats te Schoonebeek.

Het graf van Tony vlak na de oorlog

Ronald 'Ron' Yearsley werd geboren op 20 september 1920 Prescot, Engeland als zoon van S. Yearsley en onbekende moeder.

Voor Ron zich aanmeldde voor bij de Royal Air Force werkte hij als klerk. Op 23 mei 1940 meldde Ron zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding. Uiteindelijke kreeg hij identificatienummer '999352'. Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Ron toebedeeld aan 106 Squadron.

Door slechte kwaliteit van de Operational Record Books zijn de missies die Ron gevlogen heeft slecht te achterhalen.

  • 21 december 1941; Bremervörde, in Hampden AE151 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)

Na een geslaagde noodlanding gemaakt te hebben tijdens zijn laatste missie werd Ron al snel gevangen genomen. Hij was gewond aan zijn nek en rug door flakscherven, waar hij aan geholpen werd. Ron werd al snel afgevoerd naar Dulag Luft in Frankfurt voor ondervragingen. Op 31 januari 192 werd Ron overgeplaatst naar Stalag VII a te Moosburg, waar hij op 2 februari 1942 arriveerde. Hier verbleef hij tot hij op 15 september 1942 overgeplaatst werd naar Stalag 383. Hier bleef hij tot juli 1944, waarna hij verplaatst werd naar Stalag Luft VII te Bankau. Hier verbleef hij tot 19 januari 1945. Op 9 februari 1945 werd Ron overgeplaatst naar Stalag IIIa te Luckenwalde waar hij tot 18 mei 1945 te vinden was.

Van links naar rechts: Doug Martin, Reg Hartgroves,  Ron Yearsley als krijgsgevangenen

Bron: Nick Hartgroves

Na de bevrijding keerde Ron terug naar Engeland. Hij kwam in oktober 1968 te overlijden in Prescot.

Douglas 'Doug' Martin werd geboren op 29 augustus 1920. Doug woonde in Newcastle upon Tyne waar hij werkte als kruidenier.

In augustus 1940 meldde Doug zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer '1114056'. Doug volgde het laatste deel van zijn opleiding bij No.25 Operational Training Unit (OTU) waarna hij werd toebedeeld aan 106 Squadron. 

Door slechte kwaliteit van de Operational Record Books zijn de missies die Doug gevlogen heeft slecht te achterhalen.

  • 21 december 1941; Bremervörde, in Hampden AE151 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)

Na een geslaagde noodlanding gemaakt te hebben tijdens zijn laatste missie werd Doug al snel gevangen genomen. Hij werd al snel afgevoerd naar Dulag Luft in Frankfurt waar hij verhoord werd. Hier verbleef hij tot 23 maart 1944, waarna hij werd verplaatst naar Stalag Luft VI. Hier verbleef Doug tot 1 juni 1944. Op 8 juni 1944 werd hij overgeplaatst naar Dulag Luft bij Wetzlar. Hier werd Doug op 1 april 1945 bevrijdt.

Van links naar rechts: Doug Martin, Reg Hartgroves,  Ron Yearsley als krijgsgevangenen

Bron: Nick Hartgroves

Na zijn bevrijding keerde Doug terug naar Engeland. Hier kwam hij in maart 2001 te overlijden.

De Sneaker-operatie die gepland stond, betrof daglichtaanvallen op fabrieksdoelen in verschillende delen van Noordwest-Duitsland. Tijdens de pre-flight briefing werd de bemanning geïnstrueerd de missie af te breken op het Point of No Return. Dit punt lag boven de Noordzee; de missie moest worden afgebroken als de bewolking onvoldoende gesloten zou zijn. Begintijd van de missie was 12:00 uur, vanaf dat moment was Hampden AE151 ZN-F op weg naar het doel Bremervörde in Duitsland.

Bij het Point of No Return was de bemanning het erover eens dat er voldoende bewolking was, dus Hampden AE151 ZN-F vloog door. De vijf andere Hampdens van het RAF 106 Squadron ondervonden een minder gesloten bewolking en keerden zoals geïnstrueerd terug naar Engeland. Om 15:30 uur zond Bomber Command een morsecondesignaal uit om de missie af te breken. Dit bericht ontving Hampden AE151 ZN-F niet en de bemanning ging alleen verder met haar missie.

Verschillende Flak-batterijen beschermden het doel en de eenzame Hampden zou spoedig het middelpunt van alle aandacht worden. Het vuur van tenminste vier Flak-batterijen barstte op enig moment rondom het toestel los en verscheidene granaten drongen door in de cockpit, de bakboordvleugel en de bakboordmotor.

Een batterij van vier 88mm Flak kanonnen opent vuur

Bij het dalen in zijn snelle ‘bomb-run’ schudde de hele romp plotseling toen de bemanning een oorverdovende knal hoorde. Hampden AE151 ZN-F had een enorme directe inslag gekregen op zijn fragiele perspex neuskoepel. Anthony Carter bezweek snel aan zijn zware verwondingen als gevolg van de inslag en de daaropvolgende vuurzee.

Ondertussen, na het afbreken van de missie, vloog Hampden AE151 ZN-F in westelijke richting met een gapend gat, geen hoogteroer, één motor met schade en het magnetisch kompas als het nog enige werkende instrument. Vlak voor het bereiken van de Duits-Nederlandse grens stopte de bakboordmotor. De situatie verslechterde, het eerder gebluste vuur in de neus laaide weer op. Bij het passeren van de Nederlandse grens besloot Reginald Hartgroves na overleg met zijn twee overgebleven bemanningsleden te dalen, wat de aanloop was van een noodlanding in Nederland.

Hampden ZN-F inkomend voor de landing

Om ongeveer 16:15 uur, even ten oosten van Schoonebeek, werd een geschikt veld uitgezocht. Helaas weigerde de overbelaste stuurboordmotor, die zo lang zo trouw had gepresteerd onder zulke ongunstige omstandigheden, te reageren. Dit had tot gevolg dat het toestel met ongeveer 150 kilometer per uur dwars door de rij eikenbomen ploegde voordat het de grond raakte. De kracht van de impact wierp veel grond en stof op en Reginald Hartgroves gaf het bevel om het vliegtuig snel te verlaten.

Enkele resten van Hampden AE151 ZN-F; een vliegersbril, verband en een stuk plexiglas

Binnen enkele minuten na de inslag verscheen een Nederlandse politieman ter plaatse en de drie overlevende bemanningsleden gaven zich over. Een paar uur later bracht een Luftwaffe-officier de overlevende Hampden-bemanning naar een Duitse grenspost, waar ze de nacht doorbrachten. De volgende ochtend, na een kort verhoor, begeleidden twee Duitse soldaten hen per trein naar het krijgsgevangenenkamp ‘Dulag Luft’ bij Frankfurt am Main.

Het wrak van Hampden AE151 ZN-F na de crash

Laten we de herinnering levendig houden aan wat Flight Sergeant Reginald Stanley ‘Reg’ Hartgroves, Pilot Officer Anthony ‘Tony’ Carter, Flight Sergeant Ronald ‘Ron’ Yearsley en Flight Sergeant Douglas ‘Doug’ Martin deden voor onze vrijheid.

Reginald S. Hartgroves

Piloot

POW

Anthony Carter

Waarnemer

KIA

Ronald Yearsley

Radiotelegrafist

WIA/POW

Douglas Martin

Staartschutter

POW

Anthony Carter, die als enige sneuvelde als bemanningslid van Hampden AE151 ZN-F, ligt begraven op de Commonwealth War Graves sectie van de Algemene Begraafplaats te Schoonebeek. Hier werd hij met militaire eer door de Duitse bezetter begraven. De teraardebestelling werd afgesloten met een ceremonieel geweersalvo. Eén van deze hulzen is in de jaren ’90 geschonken aan de zoon van piloot Reginald Hartgroves.

Rust in vrede.

Het graf van Anthony Carter

Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.