Breng mij naar het informatiepaneel!


Op 29 november 1943 werden 360 B-17 Flying Fortresses naar Bremen gestuurd. Voornamelijk door slecht weer wisten echter maar 154 toestellen het doel te bereiken. Als escorte werden er zeven Fighter Groups van het type P-47 Thunderbolt en één Fighter Group van het type P-38 Lightning meegestuurd (in totaal 352 toestellen). Het grootste deel van de escortes raakte verwikkeld in een grote luchtslag met Duitse jagers van III. Gruppe, Jagdgeschwader 1 en II. Gruppe, Jagdgeschwader 3. Zij zijn hierdoor nooit in de buurt van Bremen gekomen, wat inhield dat de bommenwerperformatie zonder jagerescortes voortvloog.

Op 29 november 1943 vertrok ook P-38H Lightning 42-67069 ‘Bambi’, gevlogen door Second Lieutenant Fleming W. Suiter, samen met veertien andere toestellen van 338th Fighter Squadron, 55th Fighter Group vanaf vliegbasis RAF Nuthampstead om de formatie B-17 Flying Fortresses naar Bremen te escorteren. Zes toestellen van 338th Fighter Squadron, 55th Fighter Group keerden voortijdig terug, waardoor er nog acht overbleven. Eén hiervan was het toestel van Fleming W. Suiter P-38H Lightning 42-67069 ‘Bambi’. Fleming W. Suiter vloog eigenlijk de P-38 Lightning van Captain John Odegard die hij onlangs ‘Bambi’ had genoemd maar nog niet geschilderd had. Hij vloog in een groep van vier P-38 Lightnings met de code naam ‘White Flight’.

De vervanger van P-38H Lightning 42-67069 ‘Bambi’: P-38J Lightning 42-67962 ‘Bambi’ gevlogen door Captain John Odegard

Voor meer informatie over Fleming W. Suiter, klik op onderstaande uitvouwbare balk.

Fleming William Suiter werd geboren op 26 augustus 1922 in Chesapeake, Lawrence County, Ohio. Hij was het tweede overlevende kind van Roscoe William en Blanche (Bruner) Suiter. Fleming's oudste broer stierf als baby in 1918. Fleming had een oudere zus Genevieve Ruth en twee jongere broers, Kenneth B. en Roland Darby.

Fleming's broer Kenneth diende in het Amerikaanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn broer Roland Darby diende in 1945-46 bij de Amerikaanse marine en werd ingedeeld bij de Band Corp, waar hij in het Fleet City Orchestra speelde.

Fleming Suiter groeide op in Chesapeake, Ohio, maar studeerde af aan de Central High School in Huntington, West Virginia, aan de overkant van de Ohio River van Chesapeake. Hij ging naar het Marshall College (nu Marshall University) in Huntington, West Virginia, totdat hij op 9 juni 1942 in dienst trad.

Fleming in zijn jongere jaren

In zijn inschrijvingspapieren staan de volgende persoonlijke gegevens: bruine ogen, bruin haar, rossige gelaatskleur, 1.80 m lang, goede lichamelijke conditie. Hij werd naar Santa Ana, Californië, gestuurd voor zijn eerste training en hij behield een voorliefde voor zijn eerste squadron in Santa Ana.

Fleming begon zijn opleiding als Aviation Cadet op 6 juli 1942. Hij trainde bij het Army Air Force Flying Training Detachment op Mira Loma Flight Academy, Oxnard, Californië (van 30 september - 4 december 1942).

Fleming te Mira Loma Flight Academy

Dit werd gevolgd door de Army Air Forces Basic Flying School Minter Field, Bakersfield, Californië (van 4 december 1942 - 4 februari 1943) en tenslotte op de Army Air Forces Advanced Flying School, Williams Field, Chandler, Arizona. Op 12 april 1943 studeerde Fleming af als piloot op Williams Field en werd hij benoemd tot Second Lieutenant, Air Corps Reserve.

Fleming in een Vultee BT-13A Valiant trainervliegtuig op Minter Field, Bakersfield, Californië

In juni 1943 was Fleming, als lid van het 338th Fighter Squadron, 55th Fighter Group, (TE) AAF, gestationeerd op McChord Field, Tacoma, Washington, waar hij een eervolle vermelding kreeg die luidde: "...voor de uitstekende manier waarop u met uw P-38 vliegtuig omging op 17 juni 1943, toen de linker supercharger ontplofte. Hoewel u gewond was, waren uw techniek en beoordelingsvermogen uitstekend. Uw acties tijdens deze noodsituatie strekken niet alleen uzelf tot eer maar ook de organisatie waaraan u bent toegewezen. Ondergetekende is er trots op u als lid van dit commando te hebben", aldus Lt. Col. Frank B. James.

Fleming trouwde op 25 juli 1943 met zijn geliefde May Evelyn Gillette uit Rome Township (vlakbij Proctorville, Ohio) in de Beulah Baptist Church in Rome Township, Lawrence County, Ohio. Vijf dagen later was Lt. Suiter terug op McChord Field, Tacoma, om brieven te schrijven aan zijn nieuwe vrouw die in Ohio was achtergebleven om haar studie aan het Marshall College af te maken.

Krantenknipsel over de verbintenis tussen Fleming en May

Fleming werd al snel in Engeland gestationeerd. Op 20 november 1943, minder dan vier maanden na zijn huwelijk, ontving Lt. Suiter een U.S. Army Air Medal en de Citation: "For meritorious service in the completion of ten (10) operational sorties over enemy occupied Continental Europe". May Evelyn kreeg later bericht van Fleming's collega-piloot, Captain Loren Odegard, dat Lt. Suiter veertien missies had voltooid voordat hij werd neergeschoten.

Op zijn laatste missie wist Fleming tijdig zijn toestel te verlaten en wist heelhuids met zijn parachute de grond te bereiken. Hij werd echter al snel na zijn landing gevangen genomen en naar Dulag Luft getransporteerd. Hierna werd hij in december 1943 overgebracht naar Stalag Luft 1 bij Barth in Noord-Duitsland.

Het krijgsgevangene identificatieformulier van Fleming, gemaakt in krijgsgevangenschap

De familie van Fleming kreeg maar langzaam informatie. Ze kregen op 8 december 1943 bericht dat hij sinds 29 november 1943 vermist was, en begin januari 1944 kreeg de familie bericht dat Fleming in een 'Duits gevangenkamp' zat. In een brief van 8 februari 1944 van Headquarters Army Service Forces werd May Evelyn Suiter ervan op de hoogte gesteld dat haar man geïnterneerd was in Dulag Luft, en in een brief van 6 maart 1944 werd zij ervan op de hoogte gesteld dat Fleming was overgeplaatst naar Stalag Luft 1.

Als zijn nabestaanden kreeg ze na 11 maart 1944 elke zestig dagen een pakje en twee tabakslabels. De familie ontving uiteindelijk post van Fleming, maar elke briefkaart was ongeveer vier maanden onderweg. Fleming begon halverwege juli 1944 brieven te ontvangen, maar geen pakjes. Rond dezelfde tijd werd zijn kamergenoot, Lt. S. C. Merens, vrijgelaten uit Stalag Luft 1 als onderdeel van een gevangenenruil op het Zweedse schip Gripsholm in september 1944. Na zijn vrijlating stuurde Lt. Merens bemoedigende informatie via brieven naar May Evelyn Suiter om haar te verzekeren dat haar man in goede gezondheid verkeerde.

In februari 1945, toen hij nog steeds gevangen zat, werd Fleming het lidmaatschap aangeboden van de Caterpillar Club, een internationale organisatie gesponsord door de Irving Air Chute Company "die uitsluitend bestaat uit mensen die hun leven hebben gered door middel van parachutes". Fleming ontving een gouden Caterpillar speld en een officiële lidmaatschapskaart, die beiden naar zijn vrouw werden gestuurd om te bewaren toen hij nog krijgsgevangen was.

De officiële Caterpillar Club lidmaatschapkaart van Fleming

Fleming en alle krijgsgevangenen van Stalag Luft 1 werden op 1 mei 1945 bevrijd door het Russische leger. Fleming beschreef zijn bevrijding in een brief aan May Evelyn van 13 mei 1945. Hij en andere krijgsgevangenen werden op 13 mei 1945 door Amerikaanse B-17's opgepikt. Ze landden op een vliegveld 40 mijl van Rheims in Frankrijk en werden per vrachtwagen naar Rheims gebracht. Daarna reisden ze per trein naar 'Lucky Strike Camp', het grootste RAMP (Recovery American Military Personnel) kamp, ongeveer 45 mijl van Le Havre, Frankrijk. Fleming stuurde op 21 juni 1945 een telegram naar May Evelyn vanuit Camp Shanks, Orangetown, New York. Hij was veilig aangekomen, was op weg naar Chicago en vroeg May Evelyn om zich daar bij hem te voegen.

Fleming werd op 23 oktober 1945 bevorderd van Second Lieutenant tot First Lieutenant. Na zijn terugkeer in de Verenigde Staten kreeg Lt. Suiter 90 dagen verlof voor "recuperation, rehabilitation, and recovery". Hij werd kort gestationeerd in Phoenix, Arizona, maar werd daarna naar Selfridge Field, Mt. Clemens, Michigan gestuurd. Hij maakte deel uit van een groep piloten die nieuwe vliegtuigen testten en luchtshows gaven in het hele land. In mei 1946 schreef hij aan zijn zwager dat hij van plan was om zijn examen voor verkeersvlieger te doen zodra hij dat kon regelen. Hij schreef ook over de P-47 Thunderbolt vliegtuigen waarmee de piloten op dat moment vanuit Selfridge vlogen. Fleming klaagde dat de vleugels van de P-47 Thunderbolt te klein waren voor het gewicht van het vliegtuig en dat de P-47 Thunderbolt niet "zo snel was als de P-38. Hoe dan ook, we raken de P-47's binnenkort kwijt en krijgen er een paar P-51's bij. Ik sta te popelen om met een P-51 te vliegen - om te zien of ze zo goed zijn als zoveel jongens zeggen."

Op 10 augustus 1946 stegen vier P-47's op van Selfridge Field, Michigan, op weg naar een vliegshow in New Hampshire. Fleming bestuurde een van deze P-47's. Verslagen van de volgende gebeurtenissen zijn schaars en tegenstrijdig. De vliegtuigen landden waarschijnlijk op een (niet nader genoemd) vliegveld in Massachusetts. Toen ze weer opstegen was het slecht weer, bewolkt met regen en lage wolken - zicht bijna nul, volgens een lokale bewoner. Slechts drie vliegtuigen vertrokken uit Massachusetts naar New Hampshire om ongeveer 14.00 uur. Eén rapport beweerde dat Fleming vrijwillig de leiding nam. Een paar minuten na het opstijgen meldde Fleming via de radio dat er iets mis was met zijn vliegtuig.

Charlotte Sizemore die in de buurt van Antrim, New Hampshire woonde, schreef later aan May Evelyn: "Ik zal altijd het gevoel hebben dat uw man zijn leven gaf toen alles tegenzat... 2 minuten voordat hij neerstortte, kwam hij hier binnen voor een noodlanding op 10 meter van de grond sneed hij zijn motor af maar die vloog hevig terug. Hij dook naar links om te voorkomen dat hij de westhoek van het huis zou raken, recht boven de hoofden van mijzelf en vier kinderen. Hij zette hem recht en vloog door, maar alleen op lage hoogte omdat de wolken zo laag waren. Als er ooit een piloot hard zijn best deed, was hij het wel. Ik zal altijd geloven dat hij hier niet zou neerstorten toen hij de kinderen hier zag...ik zal het nooit vergeten zolang ik leef".

De P-47 van Fleming vloog ongeveer twee mijl ten westen van het huis van Sizemore en cirkelde toen terug naar Grenier Airfield, Manchester, New Hampshire. Zijn vliegtuig kan de boomtoppen hebben geraakt, maar in ieder geval vloog het in brand en dook met de neus in een beboste heuvel "op Bridal Road in de buurt van Bartlett's familiehuis" buiten Antrim, New Hampshire. Het vliegtuig ontplofte toen het de grond raakte. Na de brand als gevolg van de explosie kon er weinig meer worden teruggevonden van het wrak of van het lichaam en de persoonlijke bezittingen van Luitenant Suiter. Het detachement van het Army Air Corps van Grenier Field hield de lokale toeschouwers op afstand, beperkte de publiciteit tot een minimum en ruimde het wrak snel op. Verschillende krantenberichten plaatsten de crash ten onrechte in New York. De twee andere vliegtuigen van Selfridge gingen door naar Grenier Field. De meeste waarnemers beweerden dat Fleming Grenier Field zou hebben gehaald als zijn vliegtuig het nog vijf minuten had volgehouden.

Fleming werd begraven op de begraafplaats Rome-Proctorville, Lawrence County, Ohio. Zijn kameraden van het Army Air Corps waren zijn dragers. Drie vliegtuigen van Selfridge Field vlogen tijdens de dienst in formatie over de begraafplaats in een zogenaamde 'Missing Man Formation', om hun gevallen kameraad te eren.

Het graf van Fleming

Eén van zijn kistdragers was George Molnar die navigator was op een B-17 die Fleming's P-38 squadron op 29 november 1943 naar Bremen in Duitsland had geëscorteerd. Molnar's B-17 werd ook neergeschoten en hij bracht de rest van de oorlog met Fleming door in Stalag Luft 1.

Met dank aan Sharon Erickson Harman

De formatie werd boven Emmen aangevallen door 30 Duitse jagers. Hierop werden de droptanks afgeworpen door de P-38 Lightnings en werd de aanval ingezet. Niet veel later zag een andere P-38 Lightning piloot, Captain Chet A. Patterson dat het toestel van Fleming W. Suiter werd geraakt en in de wolken verdween:

“Ik vloog in de voorste positie van de tweede vlucht, we waren ongeveer 10 mijl ten noorden van Emmen, Nederland, toen we een frontale aanval van meer dan 30 vijandelijke toestellen ontvingen. Ik draaide naar rechts om de vijand aan te vallen, toen ik vier geallieerde toestellen beneden achter mij zag die werden aangevallen. Het geallieerde toestel, welke ik identificeerde als gevlogen door 2nd Lt. Fleming W. Suiter, O-783363, leek aangeschoten te zijn toen hij door het wolkendek naar beneden ging. Dit is het laatste wat ik gezien heb van Lt. Suiter.”

Fleming W. Suiter wist tijdig zijn toestel te verlaten, en daalde aan zijn parachute naar de grond. Hij hield hier enkel wat oppervlakkige verwondingen aan over.

Laten we de herinnering levendig houden aan wat Second Lieutenant Fleming William Suiter voor onze vrijheid deed.

Fleming W. Suiter

Piloot

POW

Fleming W. Suiter, piloot van P-38H Lightning 42-67069 ‘Bambi’, wist tijdig het toestel met zijn parachute te verlaten en werd na de crash krijgsgevangen gemaakt. Hij werd naar het krijgsgevangenkamp Stalag Luft I in Noord-Duitsland gebracht.

Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.