Breng mij naar het informatiepaneel!


Op maandag 22 mei 1944, om 22:44 uur stegen 235 toestellen op van verschillende vliegbasissen in Engeland; 225 Lancasters en tien Mosquito’s vlogen een bombardementsvlucht naar Braunschweich. Ook Lancaster ND963 OL-H van RAF 83 Squadron Pathfinder Force van vliegbasis RAF Coningsby vloog die nacht richting Braunschweich.

We waren allen redelijk zelfingenomen toen we vernamen dat we op de gevechtsorder voor de missie deze nacht stonden nadat we al enige tijd niets hadden gevlogen. Na de gebruikelijke voorbereidingen – briefing, maaltijd voor de vlucht, aankleden, etc. – stonden we bij het toestel de tijd voor vertrek af te wachten.” Vertelt piloot Ken A. Lane.

Het doel van vandaag, Braunschweich, werd tamelijk pittig geacht, maar niemand in de crew scheen bezorgd. Op Dave (Ernest A. Davies, staartschutter) na misschien, die niet geheel zichzelf was. Of hij een voorgevoel had, kan ik niet zeggen, maar hij was in ieder geval een beetje licht geraakt en kon sommige van onze humor niet waarderen. We lieten voor de grap het onderwerp “going for a Burton” vallen en vooral dit schoot bij Dave in het verkeerde keelgat.

‘Going for a Burton’ werd door RAF bemanningen gebruikt als een eufemisme voor de bemanningen die niet waren teruggekeerd van een missie, en dus vermoedelijk gesneuveld waren.

Staartschutter Ernest A. Davies (rechts) in de cockpit

“Dit doet me denken aan de vreemde boodschap die met krijt op de voor ons gereserveerde tafel stond tijdens de briefing. Deze luidde als volgt “The chop awaits all who are briefed here – Een ieder die hier gebriefed wordt gaat voor de bijl”. Dit korte zinnetje bleek maar al te waar, in ieder geval voor ons, maar dat wisten we toen nog niet en we beschouwden het als een grap. 

De take-off zou om 22:44 uur zijn, het was al snel zo laat. We taxieden via de rand van het veld naar de startbaan en stegen zonder incidenten op. De gebruikelijke zucht van verlichting als de wielen van de grond loskwamen volgde. Om wat overtollige tijd weg te vliegen, cirkelden we rond de basis. Het grote moment naderde snel en we legden tijdens de klim onze koers voor terwijl we richting de kust vlogen – het laatste stukje Engeland achter ons latend konden we de zee net in de schemering onderscheiden. Ik zette de zuurstof aan op 8000 voet (2400 meter), trok het toestel recht toen we de operationele hoogte bereikten en zette de automatische piloot aan zodat ik me een beetje kon ontspannen. Ieder bemanningslid was via de intercom opgeroepen, ze gaven allen hetzelfde antwoord “Alles in orde”. Terwijl we de Nederlandse kust naderden, nam ik de besturing weer over. 

Niet lang na het passeren van de kust meldden mijn schutters een jager die ons klaarblijkelijk volgde. Beide schutters klonken buitengewoon rustig, wat de spannende situatie verzachtte. Op een gegeven moment was het nodig een draaiende duikvlucht uit te voeren waarna Dave en Stan (Stanley J. Hall, rugkoepelschutter) de lucht afspeurden maar de jager niet meer in het vizier kregen. Zonder verdere meldingen vlogen we enige minuten door. Om wat tijd kwijt te raken vloog ik een klein stukje om en draaide daarna op onze nieuwe koers.”

De bemanning van Lancaster ND963 OL-H, exclusief John A. ‘Taffy’ Jones.

V.l.n.r: Ernest A. ‘Dave’ Davies, Stanley J.A. Aspinall, Ken A. Lane, Donald E. Cope en Richard F. ‘Dick’ Raymond

We zaten nog geen paar minuten op deze koers toen drie explosies aan de onderzijde van het vliegtuig voelbaar waren. Een snelle blik over mijn linker schouder werpend, zag ik dat de linker binnenmotor als een fakkel brandde. Ik reikte door de cockpit naar de vaanstandknop om de uitgeschakelde motor in vaanstand te zetten maar werd in mijn stoel teruggeworpen door een serie ontploffingen die het gehele vliegtuig scheen te raken. De roeren waren duidelijk geraakt want het werd steeds moeilijker het toestel te besturen en ik moest ongelofelijk veel kracht zetten.

Lancaster ND963 OL-H werd geclaimd door zowel Hautpman Werner Husemann van Stab I./NJG 3 als Unteroffizier Heinz Krause van 3./NJG 3. Werner Husemann viel om 00:25 uur de aanval uit en Heinz Krause vier minuten later om 00:29 uur. De claims werden bevestigd en toegeschreven als respectievelijke de 17e en 3e bevestigde claim van beide piloten.

Inmiddels brandde de gehele linkervleugel als een fakkel en de romp vulde zich met een dikke rook die het mij onmogelijk maakte nog iets van mijn instrumenten te zien. De rook maakte plaats voor vlammen, wat betekende dat we van voor tot achter in de fik stonden en onze flares in het ruim onder ons afgingen. Op dit moment gaf ik het bevel het vliegtuig te verlaten. Of mijn order was gehoord, wist ik niet aangezien er geen tijd voor bevestiging was en de intercom meteen na mijn eerste order al onbruikbaar raakte.

Flares, of lichtfakkels, werden door toestellen van de Pathfinder Force gebruikt om het doel te markeren voor de opvolgende bommenwerpers.

Al die tijd had ik niets vernomen van Dave of Stan hoewel ik ze via de signaallamp geseind had. Maar ik maakte me over hen geen zorgen, zeker als ik was dat zij daar achterin al lang voor ons, voorin het vliegtuig, de hopeloosheid van de situatie letterlijk zouden zien. Het sturen was nog steeds erg moeilijk. Ik kon Don en Taffy (de bommenrichter en navigator) zich langs de zijkant naar de voorste nooduitgang zien spoeden. De radiotelegrafist kroop vlak achter Taffy maar er leek enig oponthoud te zijn bij het trapje dat naar de neus van de kist leed. Het vliegtuig kon elk moment ontploffen en ik wist dat mijn eigen kans op ontsnappen minimaal was. Een paar seconden later was de kans op ontsnappen geheel verkeken toen ik het stuur zonder weerstand in mijn handen hield en de kist in een ongecontrolleerde spin recht naar beneden dook. Dit zal wel veroorzaakt zijn doordat de linkervleugel afbrak, denk ik zo.

De voorkant van het vliegtuig kon de krachten niet meer aan en zakte in elkaar. Vlammen likten aan mijn gezicht en handen. Ik zal me altijd de verschrikkelijke stank herinneren van het vliegtuig dat letterlijk om ons heen wegsmolt. De kracht die door de duik werd veroorzaakt tilde mijn radiotelegrafist op mijn schoot. Ik hield me aan hem vast terwijl we door de hele cockpit heen geslingerd werden. We raakten met een flinke klap de zijkant of het dak van de cockpit die enigszins meegaf door de kracht. Op dat moment blies een geweldige explosie ons samen dwars door de kist heen terwijl het om ons desintegreerde.  

Ik voelde me vervolgens door de lucht vallen en hoewel ik enigszins verdoofd was probeerde ik mijn trekkoord te vinden. Om de één of andere reden kon ik het niet te pakken krijgen maar terwijl ik een beetje helderder begon te denken zocht ik het koord in het licht van de vallende brokstukken nogmaals, greep het koord en trok er vliegensvlug aan. Zonder enige herinnering van een harde schok voelde ik me, nog steeds tussen een aantal brandende brokstukken, rustig onderaan mijn parachute heen en weer schommelen. Alles rondom was verlicht en terwijl ik naar beneden keek, zag ik de grond haarscherp, maar ze leek niet dichterbij te komen. Ineens was al het licht weg, blijkbaar was ik van de vallende brokstukken weggedreven. In direct contrast tot het vreselijke geluid van knetterend vuur en ontploffingen was het nu stil en vredig. Ik hing niet erg comfortabel omdat mijn harnas door mijn eigen nalatigheid slecht aansloot en op mijn rug omhoog was geschoven, waardoor de binnenkant van mijn benen flink werd afgekneld. Ik dacht nog aardig ver van de grond verwijderd te zijn. Het was daarom een erg onplezierige ervaring ineens hard neer te komen in redelijk zachte aarde, die mijn val gelukkig enisgzins brak.

Na mijn parachute losgemaakt te hebben stond ik op en keek om me heen. De nog steeds brandende overblijfselen van ons machtige toestel lagen ongeveer anderhalve kilometer van me verwijderd.

Als gevolg van de aanval stortte Lancaster ND963 OL-H rond 00:45 uur ten noordwesten van Nieuw-Weerdinge neer. Drie bemanningsleden komen hierbij het leven, vier overleven de crash. Twee van hen landen in Nieuw-Weerdinge, één met een gebroken been, de derde komt in Roswinkel terecht en de vierde landt in Emmer-Compascuum. Alle vier worden ze krijgsgevangen gemaakt. De drie omgekomen bemanningsleden liggen begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats in Nieuw-Dordrecht.

Laten we de herinnering levendig houden aan wat Warrant Officer Ken Albert Lane (DFC), Flight Sergeant John Anthony ‘Taffy’ Jones, Flight Sergeant Richard Francis Raymond, Warrant Officer Stanley James Arthur ‘Stan’ Aspinall, Warrant Officer Donald Ernest Cope, Flight Sergeant Stanley John Hall (DFM) en Flight Sergeant Ernest Arthur Davies voor onze vrijheid deden.

Ken A. Lane

Piloot

POW

John A. Jones

Navigator

KIA

Richard F. Raymond

Boordwerktuigkundige

POW

Stanley J.A. Aspinall

Radiotelegrafist

POW

Donald E. Cope

Bommenrichter

POW

Stanley J. Hall

Rugkoepelschutter

KIA

Ernest A. Davies

Staartschutter

KIA

De gesneuvelde bemanningsleden van Lancaster ND963 OL-H liggen begraven in de Commonwealth War Graves sectie van de Algemene Begraafplaats te Nieuw-Dordrecht.

Rust in vrede.

De graven van de bemanningsleden

Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.