Breng mij naar het informatiepaneel!


Op 7 juli 1944 vertrokken 1129 bommenwerpers richting verschillende doelen in de omgeving van Leipzig. Hieronder vielen 373 B-24 Liberators die onder andere Aschersleben, Bernburg en Halle aanvielen. De formatie die richting Bernburg vloog had als doel de Duitse vliegtuigfabrieken van Junkers-Zweigwerke te bombarderen. Op de heenweg werden er geen Duitse jagers waargenomen. Flak was licht doch nauwkeurig aanwezig. Pas vlak boven het doel werden er veel één- en tweemotorige jagers waargenomen.

B-24J 42-99966 ‘Full House’ van 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group, welke om 04:10 uur opgestegen was van vliegbasis RAF Shipdham, nam ook aan deze aanval op Bernburg deel. Zijluikschutter Charley Harrison werd op deze missie vervangen door Stanley G. Nalipa, omdat Charley bij een vorige missie gewond raakte. Voor de vaste bemanning van B-24J 42-99966 ‘Full House’ was dit de 23e missie.

Voor meer informatie over de bemanning van B-24J 42-99966 ‘Full House’, klik op onderstaande uitvouwbare balk.

Ted Lionel Weaver werd geboren op 16 december 1921 in Idaho Falls, Idaho, als zoon van Mark Lionel Weaver en Mary Clarissa Daines. Ted was de oudste van vier kinderen; zusje Betty en broertjes Van en Don.

In 1930 woonde het gezin in Salt Lake City, Utah. Hier volgde Ted twee jaar 'college' onderwijs.

Op 16 februari 1942 meldde Ted zich aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij op 23 september 1943 toegelaten waarna hij kon beginnen met zijn opleiding tot piloot. Ted kreeg identificatienummer '39833220'. Na het behalen van zijn officiers-rang kreeg hij uiteindelijk identificatienummer 'O-693829'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Ted toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Ted met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Tijdens de laatste missie van Ted wist hij tijdig het toestel te verlaten. Ted wist het gevangenschap te ontwijken. Na uit het toestel te zijn gesprongen landde Ted in een korenveld in de buurt van Ter Apel. Zodra hij op de grond stond, zocht hij een plek om zijn persoonlijke bezittingen en parachute kwijt te raken.

Kort daarna stuitte Ted op het huis van de 'Melkventer' Berend Schoenmaker aan de Moersloot in Ter Apel. Hij waarschuwde Jan Roorda die - samen met W. Schadenberg en een student genaamd Nibbelke - kwam en Ted eerst naar zijn huis aan de Oudeweg bracht. Ted bleef hier veertien dagen, daarna werd hij naar een adres in Emmen gebracht.

Vervolgens werd Ted waarschijnlijk door Jan Kroeze naar Hengelo gebracht. In augustus verbleef Ted een periode in het huis van Stephanie Memelauer, waar hij de Britse vliegenier Sergeant Peter Selwyn Courtney Thorne ontmoette.

Later die maand escorteerde Jules Haeck Ted en Sergeant Thorne naar Nijverdal. Sergeant Thorne overnachtte bij onderwijzer J. de Jonge terwijl Ted zich korte tijd schuilhield bij H. Tourney aan de Grootestraat 124. Hij verplaatste op 15 oktober 1944 naar Nijverdal.

Vervolgens verplaatste Ted op 15 oktober 1944 naar de boerderij van G.J. de Hegeman aan de Noetselerberg 8 waar hij de Amerikaan Sergeant James Franklin Burnett ontmoette. Op 29 oktober verplaatsten beide Amerikanen naar het huis van de familie Harten aan de Grootestraat 274 in Nijverdal. Op 1 december verplaatsten ze naar het huis van de familie Van der Wal aan de Hellendoornseweg in Nijverdal om op 7 december terug te keren naar de familie Harten.

Het gerucht ging dat de Duitsers het huis in beslag zouden nemen dus werden beide vliegeniers op 6 maart 1945 overgeplaatst naar verschillende adressen. Ted ging naar de boerderij van de familie Hobert in Haarle.

Op 9 april 1945 liep Ted samen met Second Lieutenant Erwin Bevins, 30 Nederlanders en 22 Duitsers naar 'De Sprengenberg' bij Haarle waar ze werden opgewacht en bevrijd door het Canadese leger. Niet veel later stond Ted weer op Amerikaanse bodem.

Op 31 mei 1945 trouwde Ted met Sylvia Moray in Salt Lake City. Samen kregen zij twee kinderen.

Ted met zijn dochter in 1949

Ted werd in oktober 1945 met als rang Captain eervol ontslagen. Hij kwam op 18 juni 1986 te overlijden in Cottonwood Heights, Utah.

Ted's vrouw schreef na zijn overlijden een boekwerk over de laatste missie van Ted en zijn bemanning. Onder de titel 'The Twenty-Third Mission' werden de vele verhalen en ervaringen gebundeld tot één boekwerk.

Walter Burton ‘Bart’ Shambarger werd geboren op 2 april 1922 als zoon van Walter G. Shambarger en Eva E. Burton in Montpelier, Ohio. Hier volgde Bart zijn onderwijs aan Montpelier High School.

Klassenfoto uit 1939 met Bart op de voorste rij (met stropdas)

Op school was Bart lid van de Latin League (links) en was hij één van de twee 'music editors' van de school (rechts, zittend).

Na zijn opleiding afgerond te hebben meldde Bart zich op 30 juni 1942 aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij toegelaten en kon hij beginnen aan zijn opleiding tot piloot. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer 'O-700998'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Bart toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Bart met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Tijdens de laatste missie van Bart wist hij tijdig het toestel te verlaten, maar werd niet veel later zonder pardon doodgestoken door een Nederlandse Landwachter.

Lawrence 'Larry' Platt Jr. werd geboren op 10 november 1923 als zoon van George Lawrence Platt en Ruth Ann Earl in Saint Paul, Minnesota. Larry had één jongere broer: Robert Earl Pratt (1931). Larry volgde zijn onderwijs aan Saint Paul Academy-Summit School.

Op 23 december 1942 meldde Larry zich aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij toegelaten en kon hij beginnen aan zijn opleiding tot navigator. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer 'O-706965'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Larry toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Larry met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Tijdens de laatste missie van Larry wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 10:00 uur gevangengenomen in Berge, Duitsland. In beslaggenomen werd zijn zijn tas met twintig briefjes van 100 Frank, drie Pond biljetten en drie landkaarten, zijn identiteitsbewijs, een EHBO-set, een aansteker en zijn horloge. 

Vervolgens werd Larry afgevoerd naar een krijgsgevangenenkamp waar hij de rest van de oorlog uitzat.

Na zijn bevrijding keerde Larry terug naar Amerika waar hij op 20 februari 1945 trouwde met Laura Winter Dean in Saint Paul. 

Toen Larry's vader in 1957 kwam te overlijden nam Larry het door zijn vader in 1943 opgerichte bedrijf Midway Lumber Company, en in 1951 opgerichte bedrijf Platt Hardware Company, over. Na zijn overname fuseerde hij beide bedrijven tot Midway-Platt Company. 

In 1961 richtte Larry Knox Lumber Company op als dochteronderneming van Midway-Platt Company. Knox Lumber Company groeide uit tot een grote bouwmarkt keten. 

In 1972 werd Midway-Platt Company overgenomen door Shelter Corporation of America, en in 1980 werd ook Knox Lumber Company overgenomen. In 1985 verliet Larry definitief Knox Lumber Company. Echter was het ondernemerschap nog niet afgezwakt, want al snel hierna richtte hij Hartmann Platt & Associates op. Een consulting firma.

In zijn vrije tijd ging Larry vaak zeilen op Lake Superior. Hij was een door de Coast Guard geaccrediteerde binnenlandse waterwegen kapitein. Ook deed Larry aan windsurfen. Larry hield van talen leren en sprak Duits, Frans, Zweeds en Spaans.

Larry kwam op 21 februari 1996 te overlijden. Hij liet zijn vrouw, zes kinderen en zes kleinkinderen na. 

Robert Embrey Read werd geboren op 14 april 1923 als zoon van Sylvester Clarence Read en Jane E. Embrey te Pittsburgh, Pennsylvania. 

In Pittsburgh werkte Robert op zijn 19e bij Jones and Laughlin Steel Corporation. Niet veel later meldde hij zich juni 1942 aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij toegelaten en kon hij beginnen aan zijn opleiding tot bommenrichter. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer 'O-699567'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Robert toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Robert met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Tijdens de laatste missie van Robert wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 10:00 uur gevangengenomen in Berge, Duitsland. In beslaggenomen werd zijn zijn tas met 25 Pond biljetten, zes munten, zijn identiteitsbewijs, een armband en zijn horloge. 

Vervolgens werd Robert afgevoerd naar een krijgsgevangenenkamp waar hij de rest van de oorlog uitzat.

Na zijn bevrijding keerde Robert terug naar Amerika waar hij op 7 oktober 1946 trouwde met Margaret Louise Ehni in Allegheny, Pennsylvania.

Krantenknipsel over de bruiloft

In de jaren '80 verhuisde het Robert, zijn vrouw en drie kinderen naar Fort Myers, Florida, waar Robert op 29 maart 1992 kwam te overlijden.

Donald Francis Fahey werd geboren op 14 april 1924 als zoon van James Edward Fahey en Mary Magdelene McLoughlin. Donald had één jonger zusje: Marion Maxine Fahey (1925). Het gezin woonde in Omaha, Nebraska, maar verhuisde een aantal jaar later naar Kansas City, Missouri.

Donald als baby met zijn ouders, 1924

In Kansas City werkte Donald voor North American Aviation. Niet veel later meldde hij zich in juni 1942 aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij toegelaten en kon hij beginnen aan zijn opleiding tot radiotelegrafist. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer '37506294'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Donald toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Donald met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Vier bemanningsleden: Marvin Crouse, Donald (midden) en Joseph Gniadek, en zittend Lorin Voight

Tijdens de laatste missie van Donald wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 11:00 uur gevangengenomen in Lindloh, Duitsland. Hier werd hij aangehouden door een lokale boer.

Vervolgens werd Donald afgevoerd naar een krijgsgevangenenkamp waar hij de rest van de oorlog uitzat.

Na zijn bevrijding keerde Donald terug naar Engeland, waar hij drie maanden in een ziekenhuis doorbracht in verband met ondervoeding. Vervolgens keerde hij terug naar Amerika.

Donald na zijn thuiskomst in Amerika

Hier werd hij 24 september 1946 lid van de zogenaamde 'Caterpillar Club' voor het succesvol gebruiken van zijn parachute.

Het certificaat van de 'Caterpillar Club' van Donald

In 1949 ging Donald terug naar school en volgde zijn onderwijs aan Rockhurst College, Kansas City. Op 7 april 1951 trouwde Donald met Muriel Jeanette Young in Kansas City. Samen kregen zij twee kinderen. 

Donald kwam op 28 februari 1969 te overlijden in San Francisco.

Joseph Stanley ‘Joe’ Gniadek werd geboren op 22 juli 1917 als zoon van Frank J. Gniadek en Mary Pierkaska in Northbridge, Massachusetts.

In 1940 meldde Joe zich al aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij uiteindelijk toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot boordwerktuigkundige. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer '31258858'.

In 1941 trouwde Joe met Margaret A. Laurendeau in Grafton, Massachusetts.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Joe toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Joe met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Vier bemanningsleden: Marvin Crouse, Donald Fahey en Joe (rechts), en zittend Lorin Voight

Tijdens de laatste missie van Joe wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 11:00 uur gevangengenomen in Lindloh, Duitsland. Hier werd hij aangehouden door een Rijkswachtbeamte.

Vervolgens werd Joe afgevoerd naar onder anderen Stalag Luft IV, waar hij de rest van de oorlog uitzat.

Na zijn bevrijding keerde Joe terug naar Amerika. Hier kwam hij op 22 augustus 2002 in Linwood, Massachusetss, te overlijden.

Joe werd onderscheiden met Purple Heart, Air Medal metTwo Oak Leaf Clusters, Good Conduct Medal en Victory Medal.

Marvin Louis Crouse werd geboren op 25 juli 1923 als zoon van Guy Levi Crouse en Leora Marie Lightle in Newark, Ohio. 

Marvin volgde zijn onderwijs aan Newark High School.

De Juniors van Newark High School in 1940, Marvin eerste links van de middelste rij

Marvin werkte op zijn 18e bij National Youth Administration for Ohio, waarna hij niet veel later zich in juni 1941 aanmeldde voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij uiteindelijk toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot boordschutter. Uiteindelijk kreeg hij identificatienummer '35631988'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Marvin toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Marvin met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Vier bemanningsleden: Marvin (links), Donald Fahey en Joseph Gniadek, en zittend Lorin Voight

Tijdens de laatste missie van Marvin wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 11:00 uur gevangengenomen in Rütenbrock, Duitsland. Hier werd hij aangehouden door een douanier.

Na zijn bevrijding keerde Marvin terug naar Amerika, waar hij op 9 oktober 1950 trouwde met Lois J. LeBay. Samen kregen zij twee zoons.

Marvin ging in 1986 met pensioen bij de boekhoudafdeling van de staat Ohio Department of Human Services. Hij werkte ook als oversteekwacht op Central Intermediate School. Hij was lid van de First United Methodist Church en was vele jaren bode. Hij was lid van Candlelighters, de Emmaus Community en hielp bij Meals on Wheels en Habitat for Humanity. Hij was ook lid van de Licking Country Genealogical Society.

Marvin kwam op 24 oktober 2002 te overlijden in Newark, Ohio.

Stanley George Nalipa werd geboren op 28 januari 1923 in Mahoning, Ohio, als zoon van John Nalipa en Stephanie Marcinek. Beide ouders waren immigranten uit Polen. Stanley had drie broers (Frank, Julius en Edward) en drie zussen (Addie, Florence en Josephine).

Op 11 november 1942 meldde Stanley zich aan voor bij de Amerikaanse luchtmacht. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot boordschutter. Hij kreeg identificatienummer '15324363'.

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Stanley toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Stanley meerdere missies, waaronder de befaamde operatie Tidal Wave naar Ploiești. Tijdens deze missie, op 1 augustus 1943, werd zijn toestel, B-24 42-40777 'Flossie Flirt', door Flak beschadigd. Hierop besloot de piloot uit te wijken naar Turkije. De bemanning werd hier geïnterneerd en al spoedig overgebracht naar Engeland.

Tijdens de laatste missie van Stanley vloog hij mee als vervanger van de gebruikelijke linker zijschutter. Stanley raakte tijdens de missie gewond, en werd door zijn bemanningsleden het toestel uit geholpen. Door zijn verwondingen was Stanley echter te zwak om zijn parachute te open, waardoor hij om het leven kwam.

Stanley werd onderscheiden met Purple Heart, Distinguished Flying Cross (DFC) en Air Medal met 3 Oak Leaf Clusters.

Lorin Lowell Voigt werd geboren op 12 april 1924 als zoon van Lorin Fay Voigt en Helen Agnes Morris. Hij was de broer van Vivian Maurice Voigt. Het gezin woonde in San Jose, Californië. Lorin's vader werkte als timmerman in de huizenbouw. In 1940 verhuisde het gezin naar San Francisco.

Lorin meldde zich op 1 december 1942 voor bij de Amerikaans luchtmacht. Hij had drie jaar middelbare school afgemaakt en werkte als loodgieter en buizenfitter. Lorin werd toegelaten waarna hij begon aan zijn opleiding tot boordschutter. Hij kreeg identificatienummer '1918626'.

Lorin met zijn ouders na aan de slag te zijn gegaan bij de Amerikaanse luchtmacht

Na zijn opleiding voltooid te hebben werd Lorin toebedeeld aan 68th Bomb Squadron, 44th Bomb Group dat gestationeerd was op RAF Shipdham in Engeland. Vanaf hier vloog Lorin met zijn bemanning 23 missies tegen Duitsland.

Vier bemanningsleden: Marvin Crouse, Donald en Joseph Gniadek, en zittend Lorin

Tijdens de laatste missie van Lorin wist hij tijdig het toestel te verlaten. Hij werd tegen 11:00 uur gevangengenomen in Rütenbrock, Duitsland. Hier werd hij aangehouden door een douanier. Lorin was gewond aan zijn linker kuit, veroorzaakt door een scherf van een Flak granaat.

Uiteindelijk werd Lorin afgevoerd naar Stalag Luft IV, waar hij de rest van de oorlog uit zat.

Na zijn bevrijding keerde Lorin terug naar Amerika. Hier trouwde hij op 1 juni 1947 met Frances Green.

In 2000 vatte Lorin zijn tijd bij de luchtmacht als volgt samen: "Ik ging op 1 december 1942 in actieve dienst, vloog 23 missies boven Duitsland en werd op 13 oktober 1945 ontslagen. Was tien maanden krijgsgevangene in Stalag Luft IV, Duitsland."

Lorin kwam op 14 mei 2015 te overlijden in California.

Voor zijn diensten werd Lorin onder andere onderscheiden met de Air Medal.

Lorin wordt onderscheiden met de Air Medal

B-24 Liberators van 44th Bomb Group maken zich klaar om op te stijgen, RAF Shipdham in 1943

Vlak voordat de bommen gelost werden, doken ongeveer twaalf Duitse Bf 110 tweemotorige jagers op hen in het hoge squadron van de formatie. Er werd maar één aanval gedaan, maar B-24J 42-99966 ‘Full House’ werd geraakt in de rugkoepel, cockpit, vleugels en de motoren. Een granaat explodeerde in het instrumentenpaneel, waardoor de hele cockpit gevuld raakte met rook. Hierdoor konden de piloten hun aanvaller niet zien. Eén motor kon in vaanstand gezet worden, bij twee andere motoren lukte dit niet waardoor deze enkel wind vingen. Tevens raakten de navigator en linker zijschutter gewond.

Een lid van de onderhoudsploeg, Ralph Barron, poserende voor de neus van B-24J 42-99966 ‘Full House’

B-24J 42-99966 ‘Full House’ verloor snel hoogte en het toestel werd al snel voor een tweede keer aangevallen. Ditmaal door verschillende Messerschmitt Bf 109s. De boordschutters vochten deze jagers echter weg. Vlak hierna kwam een andere B-24, die ook zwaar beschadigd was, bij B-24J 42-99966 ‘Full House’ vliegen. Dit betrof B-24J 42-100170 ‘Patsy Ann II’, welke uiteindelijk ook er niet in slaagede Engeland te bereiken.

Zij werden vergezeld door een escorte van twee P-38 Lightnings. Na een paar minuten kon B-24J 42-99966 ‘Full House’ dit andere toestel niet meer bijhouden, omdat de motoren niet meer het nodige vermogen leverden. Niet veel later vatten de twee niet meer werkende, niet in vaanstand zijnde motoren vlam. Hierop besloot de bemanning het toestel rond 11:00 uur te verlaten.

De linker zijschutter, Stanley G. Nalipa, was door zijn verwondingen niet in staat zelf het toestel te verlaten. Hij moest daarom geholpen worden om het vliegtuig te verlaten. Door zijn verwondingen was hij echter niet in staat zijn parachute te openen, waardoor hij om het leven kwam. De overige acht bemanningsleden wisten het toestel succesvol met hun parachute te verlaten. Co-piloot Walter B. Shambarger wist veilig de grond te bereiken, maar werd niet veel later zonder pardon doodgestoken door een Nederlandse Landwachter.

Harm de Jong, wonende in De Maten nabij Roswinkel herinnerde het volgende van het voorval: “Het zal ongeveer half elf zijn geweest toen het geluid van een naar beneden komend vliegtuig de rust verstoorde. Langzamerhand drong het tot in alle klassen van de school door dat er parachutisten afgesprongen waren. Wij hoorden dat een van de mannen door het niet opengaan van zijn parachute ongeveer 600 meter achter de school in het roggeland van landbouwer Waebers was neergestort. Toen wij naar huis gingen had iedereen het er over. Ons werd ook verteld, dat er achter ons huis in de buurt van het land van landbouwer Zeven een andere parachutist was neergestoken en naar ons huis was gebracht.

Marechaussees hoofdwachtmeester Siebrand en wachtmeester Gruben rapporteerden op 8 juli 1944 het volgende: “Direct daarop en zonder dat er iets bijzonders voorviel, moet T. zijn bajonet uit de schede hebben getrokken en die piloot opzettelijk die bajonet in het lichaam, ter hoogte van de borst hebben gestoken, waarop die piloot in elkaar zakte en een ogenblik daarna is overleden. Voordat hij stierf, heeft een Zollbeambte deze piloot nog verbonden.

Deze T. betrof een zekere G. Trechsel die behoorde tot de Landstorm Nederland en bij familie in Barnflair (Vlagtwedde) verbleef. In oktober 1946 werd tegen deze G. T. de doodstraf geëist (voor het neersteken van Walter B. Shambarger), maar hij kreeg 15 jaar gevangenschap opgelegd.

Vlak na 11:00 uur stortte B-24J 42-99966 ‘Full House’ als gevolg van de schade in Valthe neer.

Het neerschieten van B-24J 42-99966 ‘Full House’ wordt toegeschreven aan Leutnant Oskar “Ossi” Romm. Hij werd op 7 juli 1944 bevordert tot Staffelkapitän van 15./JG 3. Dezelfde dag schoot hij B-24J 42-99966 ‘Full House’ neer, wat zijn eerste viermotorige bommenwerperclaim was. Hiervoor had Leutnant Oskar “Ossi” Romm al 76 Russische toestellen aan het Oostfront toegeschreven gekregen.

Zes bemanningsleden werden krijgsgevangen gemaakt en één wist te ontsnappen. Twee bemanningsleden kwamen om het leven. Walter B. Shambarger werd begraven te Lingen, waarna hij net zoals Stanley G. Nalipa herbegraven werd op de Amerikaanse begraafplaats in Neuville-en-Condroz, België.

Laten we de herinnering levendig houden aan wat First Lieutenant Ted Lionel Weaver, First Lieutenant Walter Burton ‘Bart’ Shambarger, First Lieutenant Lawrence ‘Larry’ Platt Jr., First Lieutenant Robert Embrey Read, Technical Sergeant Donald Francis Fahey, Technical Sergeant Joseph Stanley ‘Joe’ Gniadek, Staff Sergeant Marvin Louis Crouse, Sergeant Stanley George Nalipa (DFC) en Staff Sergeant Lorin Lowell Voigt (DFC) voor onze vrijheid deden.

Ted L. Weaver

Piloot

EVD

Walter B. Shambarger

Co-piloot

KIA

Lawrence Platt Jr.

Navigator

WIA/POW

Robert E. Read

Bommenrichter

POW

Donald F. Fahey

Radiotelegrafist

POW

Joseph S. Gniadek

Boordwerktuigkundige

POW

Marvin L. Crouse

Rechter zijschutter

POW

Stanley G. Nalipa

Linker zijschutter

KIA

Lorin L. Voigt

Staartschutter

POW

De twee gesneuvelde bemanningsleden van B-24J 42-99966 ‘Full House’, werden tijdelijk begraven op de begraafplaats te Lingen. Na de oorlog werden zij gerepatrieerd naar het Militaire Ereveld Neuville-en-Condroz in België.

De graven van de gesneuvelde bemanningsleden

Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!

Het plaatsen van het Lost Wings informatiepaneel is in samenwerking mogelijk gemaakt door de Historische Vereniging Carspel Oderen.

Leave Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.